19/03/2019
Olielanden blokkeren onderzoek naar geo-engineering
De VS en Saoedi-Arabië hebben een Zwitsers voorstel om technieken voor grootschalige kunstmatige klimaatafkoeling nader te onderzoeken geblokkeerd. Volgens de grootste olieproducerende landen was de tekst van de resolutie bij de VN-milieuconferentie in Nairobi te veel gebaseerd op het voorzorgsprincipe (‘in geval van twijfel niet doen’), meldt persbureau Reuters.
Zwitserland en 11 andere landen trokken daarop bij de tweejaarlijkse United Nations Environment Assembly (UNEA) in Nairobi hun resolutie voor meer internationaal onderzoek naar geo-engineering in. ’Ons doel was meer informatie op tafel te krijgen voor betere discussies,’ stelde de Zwitserse delegatie. ‘Dit onderwerp negeren helpt niet. We moeten over geo-engineering praten en over hoe we die technologieën in de toekomst reguleren,’ aldus milieuminister Siim Kiisler van Estland in The Guardian.
Tegelijkertijd verscheen een studie in Nature Climate Change, die onderzocht welke gevolgen geo-engineering voor lokale extreme regenval en extreme temperaturen zou hebben. Daarvoor heeft de onderzoeksgroep van Harvard in een model eenvoudigweg de zonnewarmte een tandje (1%) naar beneden geschroefd, waardoor de helft van de menselijke opwarming teniet gedaan werd. Eerdere onderzoeken wezen op het gevaar van veranderende regen en temperatuur-extremen. Maar volgens de onderzoekers zou slechts 0,4% van de onderzochte plekken daardoor getroffen worden. Evenmin zouden het jaarlijkse neerslagmaximum over een periode van vijf dagen (overstromingsrisico) en regenval minus evaporatie verslechteren.
‘Het lijkt logisch dat minder regen voor meer droogte zorgt. Maar voor ecosystemen en boeren is waterbeschikbaarheid eigenlijk belangrijker: regenval min evaporatie. Door geo-engineering vermindert de regenval, maar het verlaagt ook de temperatuur. Daardoor kan een dalende regenval gepaard gaan met een groter waterbeschikbaarheid.,’ zegt co-auteur David Keith tegen CarbonBrief.
In tegenstelling tot eerdere studies gaat dit onderzoek niet uit van het volledig compenseren van de temperatuurstijging in de afgelopen 200 jaar, maar slechts voor de helft. Hiermee zou de toename van orkanen en tyfoons grotendeels tenietgedaan worden. Bij een verdubbeling van het CO2 gehalte zou het aantal tropische stormen niet met 17,6 % toenemen, maar slechts met 2,4%.
Alan Robock, auteur van het paper ‘20 reasons why geoengineering may be a bad idea’, wijst erop dat het onderzoek door simpelweg een lagere zonnewarmte in te voeren allerlei mogelijke nadelen van het gebruik van aerosolen in de atmosfeer (de vaakst voorgestelde oplossing) negeren, zoals een toename van diffuse straling een warmere stratosfeer en reacties met de ozonlaag.
Sonia Seneviratne van ETH Zurich vindt het onderzoek interessant, maar vergelijkt geo-engineering met morfine: het verlicht de symptomen van een ziekte, maar het maakt je niet beter. En je raakt er verslaafd aan.
Technologie-ethicus Behnam Taebi van de TU Delft wijst erop dat beleidsmakers niet de luxe hebben om de beslissing om geo-engineering eventueel toe te passen niet oneindig kunnen uitstellen. ‘Klimaatverandering kan onomkeerbaar zijn, maar we weten niet wanneer we het point of no return passeren. Als Groenland en de Noordpool smelten, is het te laat.’ Het besluit om geo-engineering wel of niet toe te passen moet de wereld voor die tijd nemen. ‘Daarom hebben we dringend meer kennis nodig,’.
|