Haaksbergen 14 april 1880.
Boven de gemeente Haakbergen en omliggende gemeenten ontlastten zich gisteren en eergisteren namiddag vrij zware onweders. In de buurtschap Boekeloo sloeg de bliksem in een boerenwoning onder de volgende omstandigheden. Dwars door het gesloten venster drong hij het vertrek binnen, verbrijzelde wat hem op zijn weg tegenstond en slingerde borden en andere voorwerpen, die op den schoorsteenmantel stonden, door de gemaakte bres in het venster tot op een aanmerkelijken afstand naar buiten.De man en vrouw des huizes werden ter aarde geworpen en door de naaister en een leermeisje, die in hetzelfde vertrek werkten, doch geen letsel bekwamen, in bewusteloozen toestand uit het vertrek naar buiten gesleept. In den aangrenzenden stal doodde de bliksem een koe, terwijl een kalf er naast ongedeerd bleef. Letterlijk geen muur aan het geheele gebouw is er, die niet min of meer scheuren bekomen heeft. Brand is er niet onstaan. De man en de vrouw zijn er met den schrik afgekomen. Tusschen de bladen van het godenboek, waarin de vrouw zat te lezen, toen de bliksem insloeg, en dat haar uit de handen werd geslagen, vond men later nog zeer kleine splinters glas en deeltjes stopvef van ’t venster, dat ’t eerst insloeg.

Haaksbergen 13 juli 1880
Zaterdag namiddag omstreeks vijf uur ontlaste zich boven deze gemeente een zwaar onweder. De regen stroomde naar beneden en ratelende donderslagen volgden onmiddellijk op den bliksem. Aan den Goorschen weg op een kwartier buiten het dorp werd een wilgeboom door den bliksem gespleten.